Vorig weekend overviel het me heel even. De gedachte; dit is niet normaal. Zoveel leuke en fijne dingen in één weekend. Tijd met vrienden, familie, m’n vriend. Dansen, zwemmen, de natuur in, buiten bioscoop, buitenspelen, goede gesprekken, lachen... Ik kan me sowieso niet herinneren wanneer ik voor de laatste keer een dag had, waar ik echt tegenop zag, bedacht ik me ineens. Een dag dat ik s‘ochtends opstond met tegenzin. Voor m’n gevoel is m’n leven een aaneenschakeling van leuke dingen, mooie momenten en waardevolle gebeurtenissen. Niet altijd alleen maar makkelijk, zeker niet, maar wel belangrijk. Voor mij.
En dan ineens overvalt me dat gevoel. Oh god, kan het zo goed zijn? Heb ik dat wel verdiend? Zo ja, hoezo dan? Waar is dat op gebaseerd? Waarom zoveel voor mij? Anderen dan? Doe ik een ander tekort? Moet ik een tandje minder? Ik word vast vanzelf wel op m’n plek gezet…
Een addertje onder het gras
In het verleden wanneer dit soort momenten me overvielen, dan werd ik tegendraads. Ergens moest er namelijk wel een addertje onder het gras zitten. Dus kom maar op? Waar gaat het mis? Wat heb ik over het hoofd gezien? Of ik ging me juist voorbereiden op slechtere tijden. Want het gaat nu wel goed, maar dit kan geen stand houden. Laat ik me er maar op voorbereiden dat er slechtere tijden aan zitten te komen. Of, misschien nog wel de hardnekkigste: mijn geluk doet een ander tekort. Misschien overschaduw ik nu iemand die het geluk ook verdient, maar omdat ik zoveel inneem, is er niet genoeg over. En zo kon ik met m’n eigen gedachten een mooi moment degraderen tot ‘een gelukje’ waar ik beter niet aan gewend kon raken en waar ik een ander misschien wel mee tekort deed. Voilà , schuldgevoel.
Een plafond voor geluk
Ondertussen werk ik er al jaren aan om meer in het moment te leven en wat ik heb geleerd is dat je niet in het moment kan leven en tegelijkertijd ook nog zorgen kunt maken over de toekomst. Daar kwam bij dat Rianne Roes me een prachtig boek tipte om met dit soort ‘schuldig over geluk’ gedachten om te gaan. Of meer, om er niet meer mee om te hoeven gaan. The big leap. Ik las het in één ruk uit en herkende me er zo in. We hebben allemaal een plafond voor ons geluk. Een grens tot waar we geloven dat we geluk verdiend hebben en als we dat plafond raken dan raken we in paniek en saboteren we ons eigen geluk. Je kunt het ongeluk immers beter voor zijn, niet? Het is eigenlijk ook niet zo raar dat onze generatie hiermee worstelt, want we zijn een van de eerste generaties die zoveel ruimte heeft om over ons geluk na te denken. Om comfortabel te leven, leuke dingen te doen, opties te hebben en overvloed te ervaren. Het is rijkdom wat verdergaat dan geld. Er is ruimte om een eigen definitie te geven aan succes en geluk en dat is een luxe. Maar wat doe je als je in je eigen definitie van rijkdom leeft? Kun je er dan van genieten?
Afgelopen weekend stond ik heel even op het punt om er weer in te trappen en niet te genieten. Om me schuldig te voelen over mijn geluk en chagrijnig te worden om het feit dat er ergens iets mis zou moeten zijn, om het feit dat dit slechts tijdelijk is en om het feit dat ik misschien een ander van het geluk beroof. In plaats daarvan ademde ik diep in, voelde ik hoe de lucht m’n longen vulde en besloot ik dat alles precies is zoals het zou moeten zijn. Gelukkig.
Liefs Jantien
Comments